Zowel bij het begin van de Tweede Wereldoorlog als tijdens de bevrijdingsdagen lag Pingjum gevaarlijk ingeklemd tussen de strijdende partijen. Beide keren werd het dorp namelijk gebruikt als springplank richting de Afsluitdijk. Met name tijdens de bevrijding kreeg het dorp de volle laag. Er bleef nagenoeg geen huis onbeschadigd, er sneuvelden zes dorpsgenoten en zesenveertig Duitse soldaten.

Hoewel er in het verleden wel door een paar mensen herinneringen zijn opgeschreven over met name de bevrijding van Pingjum, kwam het nooit tot een uitgave waarin de verschillende verhalen samenkomen. De Tweede Wereldoorlog leeft nog steeds bij de mensen die het meemaakten zelfs al waren ze nog maar klein. De oorlog was zoveel meer dan goed en fout, verzet of landverraad. Het was voor de jongsten ook spanning: de door het dorp marcherende soldaten, het stiekem zingen van vaderlandslievende liedjes, zonder daar het gevaar van in te zien, het verboden portret van koningin Wilhelmina in de christelijke school, de luchtgevechten van vliegtuigen, maar ook het op de bon zijn van levensmiddelen, brandstof en bijvoorbeeld kleding en schoenen, ingekwartierde Duitsers, onderduikers, verzet, angst voor verraad: de oorlog was vijf jaar lang aanwezig in het hele dagelijkse leven van jong en oud. In ‘Pingjum in de Vuurlinie’ komen al deze, en vele andere, facetten van de bezettingstijd aan bod. Zelfs na tachtig jaar blijken nog vele verhalen niet verteld.

Martsje de Jong (1975) is schrijver, dichter, vertaler, columnist, recensent en verhalenverteller. In 2023 verscheen van haar hand de biografie van haar geboortedorp: ‘Pingjum – Dorp van Ulefellen en Alde Jonges’. Ze vertaalde diverse boeken voor zowel kinderen als volwassenen uit het Engels, Zweeds en Duits naar het Fries. In 2024 werd ze uitgeroepen tot winnaar van de Fryske Poetryslam. In 2026 debuteert ze met haar dichtbundel ‘Jou my de maitiid’ / ‘Giv mig forår’ zowel in Fryslân als in Denemarken.